Stap voor stap naar een financieel meerjarenperspectief
De begroting 2023-2026 is stap voor stap tot stand gekomen. In dit hoofdstuk beschrijven we dit proces en de genomen stappen aan de hand van onderstaande tabel1.
Tabel 1 geactualiseerd financieel meerjarenperspectief 2023-2026
Bedragen x € 1.000 | - =nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Stand Kadernota 2023-2026 | -2.494 | -3.459 | -3.087 | -2.636 |
Ontwikkelingen na Kadernota: | ||||
1. Meicirculaire 2022 | ||||
Bijstelling algemene uitkering | 5.302 | 6.253 | 6.810 | 1.517 |
16Subtotaal | 5.302 | 6.253 | 6.810 | 1.517 |
2. Reservering verschil indexatie | ||||
Reservering verschil indexatie | -480 | -480 | -480 | -480 |
Subtotaal | -480 | -480 | -480 | -480 |
3. Extra rijksmiddelen jeugdhulp | ||||
Extra rijksmiddelen jeugdhulp 2024 en verder | 277 | 333 | 245 | |
Subtotaal | 277 | 333 | 245 | |
4. Nieuwe voorstellen | ||||
Vervoer jeugdhulp | -70 | -70 | -70 | -70 |
Bijstelling begroting SOZ | -1.643 | -1.580 | -1.740 | -1.715 |
Stelpost ombuigingen Jeugdhulp | -694 | |||
Toezicht kabels en leidingen | -54 | -54 | -54 | -54 |
Subtotaal | -2.461 | -1.704 | -1.864 | -1.839 |
5. Actualisatie begroting | ||||
Technische aanpassingen | ||||
Actualisatie kapitaallasten | -277 | -423 | -332 | -329 |
Actualisatie baten en lasten afval | 647 | 935 | 924 | 890 |
Actualisatie baten en lasten riolering | 152 | 160 | 165 | 178 |
Actualisatie BUIG-inkomsten | -345 | -345 | -345 | -345 |
Actualisatie OZB | 171 | 197 | 197 | 197 |
Actualisatie aansprakelijkheidsverzekering | -100 | -100 | -100 | -100 |
Overige actualisaties | -178 | -178 | -178 | -178 |
Correcties | ||||
Begroting ISD | 564 | 564 | 564 | 564 |
Verlaging onttrekking RIF HollandRijnland | -248 | -248 | ||
Sociale kaart | -38 | -38 | -38 | -38 |
Kleine aanpassingen | -82 | -30 | -31 | -31 |
Subtotaal | 266 | 494 | 826 | 808 |
Stand begroting 2023-2026 | 132 | 1.381 | 2.538 | -2.385 |
Aftrek incidentele uitgaven en inkomsten | -149 | -109 | 0 | 0 |
Stand begroting 2023-2025: structureel evenwicht 2023-2026 | 281 | 1.490 | 2.538 | -2.385 |
Stand kadernota 2023-2026
De kadernota is behandeld in de gemeenteraad op 30 juni 2022. In deze begroting 2023 zijn de autonome ontwikkelingen, zoals de begrotingsuitgangspunten en tussentijdse raadswijzigingen, en de gedane voorstellen vanuit de kadernota 2023 opnieuw opgenomen. Het saldo van het financiële meerjarenperspectief is negatief.
Ontwikkelingen na kadernota
1. Meicirculaire 2022
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
1. Meicirculaire 2022 | ||||
Bijstelling algemene uitkering | 5.302 | 6.253 | 6.810 | 1.517 |
Subtotaal | 5.302 | 6.253 | 6.810 | 1.517 |
Na aanbieding van de kadernota 2023 aan de gemeenteraad, is de meicirculaire 2022van de algemene uitkering bekendgemaakt. Deze heeft een positief effect op de jaren2023 tot en met 2026.
2. Reservering verschil indexatie
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
2. Reservering verschil indexatie | ||||
Reservering verschil indexatie | -480 | -480 | -480 | -480 |
Subtotaal | -480 | -480 | -480 | -480 |
In de meicirculaire 2022 is rekening gehouden met een sterke groei van het accres als gevolg van de prijsontwikkeling en de effecten van hogere rijksuitgaven vanaf 2023 (gemiddeld 6,75% in de periode 2023 t/m 2025). Daarom wordt voorgesteld om € 480.000 te reserveren voor mogelijke neerwaartse bijstellingen van het accres en om het verschil in indexatie op te vangen. Hiermee zetten we een eerste stap om schommelingen in de algemene uitkering beter op te kunnen vangen.
De stelpost van € 480.000 is als volgt opgebouwd:
- De totale begroting bestaat voor ongeveer 12% uit materiële budgetten. Deze zijn met een prijsindex van 2,5% geïndexeerd, conform de uitgangspunten uit de kadernota. De indexatie in de algemene uitkering is 6,75%. Om de begroting verder te verhogen is € 480.000 per jaar nodig om een reële begroting te blijven hanteren.
3. Extra rijksmiddelen jeugdhulp
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
3. Extra rijksmiddelen jeugdhulp | ||||
Extra rijksmiddelen jeugdhulp 2024 en verder | 277 | 333 | 245 | |
Subtotaal | 277 | 333 | 245 |
Rijk en gemeenten (VNG) hebben in mei 2019 afspraken gemaakt om een onderzoek in te stellen naar de kosten van jeugdhulp. Op basis van de uitkomsten wordt bepaald of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel aanvullend extra rijksmiddelen nodig hebben. Mochten Rijk en gemeenten na dit onderzoek niet tot overeenstemming komen, dan zou het financieringsvraagstuk voorgelegd worden aan een commissie van wijzen (vergelijkbaar met arbitrage). Deze zou een semi-bindend oordeel geven. De commissie heeft in juni 2021 uitspraak gedaan. Het kabinet volgt de uitspraak van deze commissie en heeft de gemeenten een toezegging gedaan voor een extra rijksbijdrage in 2022 van € 1,8 miljard. Het deel voor Teylingen bedraagt netto in 2022 € 1,884 miljoen. In het meerjarenperspectief van de begroting 2022 is structureel rekening gehouden met 75% van de toegezegde middelen.
De toezichthouder (de provincie Zuid-Holland) heeft vooruitlopend op aanvullende afspraken tussen gemeenten en het Rijk, gemeenten toegestaan om voor de jaren 2024-2026 een stelpost van 25% van de verwachte extra rijksmiddelen voor jeugdhulp op te nemen. Het jaar 2023 is verwerkt in de meicirculaire 2022.
4. Nieuwe voorstellen
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
4. Nieuwe voorstellen | ||||
Vervoer jeugdhulp | -70 | -70 | -70 | -70 |
Bijstelling begroting SOZ | -1.643 | -1.580 | -1.740 | -1.715 |
Stelpost ombuigingen Jeugdhulp | -694 | |||
Toezicht kabels en leidingen | -54 | -54 | -54 | -54 |
Subtotaal | -2.461 | -1.704 | -1.864 | -1.839 |
- Zorgvervoer jeugdhulp
De bekostiging van het vervoer verliep voorheen via de begroting van TWO (nu SOZ) en werd afgerekend via een solidariteitsmodel. Dit model is losgelaten en daarom is besloten dit niet meer via de begroting van SOZ af te rekenen, maar via de gemeentelijke begroting van Teylingen. De grondslag van dit vervoer is vastgelegd in de verordening jeugdhulp en de bijbehorende nadere regels jeugdhulp.
- Bijstelling begroting SOZ
Na de bespreking van de kadernota 2023 hebben we van SOZ een nieuwe begroting ontvangen waarin de indexaties conform het afgesproken toezichtskader en een aanvulling op de lasten op basis van de laatste gegevens zijn verwerkt. Voor de kadernota heeft SOZ de voorlopige cijfers aangeleverd op basis van gegevens van zorgaanbieders die zij toen hadden en die waren nog niet volledig. Deze cijfers heeft SOZ onvoldoende beoordeeld, waardoor de definitieve cijfers behoorlijk afweken. Dit had grote consequenties voor de verdeling van de lasten tussen de gemeentes.
-Stelpost ombuigingen jeugdhulp
De stelpost voor de ombuigingen jeugdhulp, welke betrekking had op het woonplaatsbeginsel, komen voor 2023 te vervallen. Bij het opstellen van de cijfers door SOZ wordt de t-2 systematiek gehanteerd. Dit betekent dat het jaar 2023 op basis van de realisatie 2021 wordt afgerekend. Het woonplaatsbeginsel is ingegaan op 1 januari 2021, dit betekent dat we nog geen stelpost voor de ombuigingen mochten meenemen in de begroting van 2023. Pas vanaf 2024 mogen we rekening houden met het positieve effect van het woonplaatsbeginsel. De afrekening vindt dan plaats op basis van de realisatie 2022. Voor de jaren 2024 tot en met 2026 blijft de stelpost staan.
- Toezicht kabels en leidingen
De afgelopen 3 jaar is het werk rondom kabels en leidingen toegenomen. Bij onvoldoende toezicht ontstaan daarbij vaak onnodige schades aan het wegdek. Deze zijn niet meer te verhalen en zorgen zo voor extra (herstel)kosten. Voor het werken aan kabels en leidingen ontvangen we baten (leges/degeneratie). Met deze baten kan een deel van de lasten worden gecompenseerd. In de kadernota 2023 is aangeven dat het toezicht op kabels en leidingen verwerkt wordt in de begroting 2023-2026.
4. Actualisatie begroting
De begroting isgeactualiseerd op basis van nieuwe inzichten:
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
5. Actualisatie begroting | ||||
Technische aanpassingen | ||||
Actualisatie kapitaallasten | -277 | -423 | -332 | -329 |
Actualisatie baten en lasten afval | 647 | 935 | 924 | 890 |
Actualisatie baten en lasten riolering | 152 | 160 | 165 | 178 |
Actualisatie BUIG inkomsten | -345 | -345 | -345 | -345 |
Actualisatie OZB woningen eigenaren | 171 | 197 | 197 | 197 |
Actualisatie aansprakelijkheidsverzekering | -100 | -100 | -100 | -100 |
Overige actualisaties | -178 | -178 | -178 | -178 |
Correcties | ||||
Begroting ISD | 564 | 564 | 564 | 560 |
Verlaging onttrekking RIF Holland Rijnland | -248 | -248 | ||
Sociale kaart | -38 | -38 | -38 | -38 |
Kleine aanpassingen | -82 | -30 | -31 | -31 |
Subtotaal | 266 | 494 | 826 | 808 |
- Actualisatie kapitaallasten
De nieuwe en gewijzigde investeringen zijn opgenomen in de begroting 2023-2026. Deze wijzigingen hebben als effect dat er extra afschrijvingslasten opgenomen moeten worden.
- Actualisatie baten en lasten afval
In de kadernota 2023 staat aangegeven dat een aantal ontwikkelingen van invloed zijn op het tarief afvalstoffenheffing en riolering, bijvoorbeeld vervangingsinvesteringen en de kortingsregeling afvalstoffenheffing. Het tarief afvalstoffenheffing is voor 2023 opnieuw berekend en verwerkt in deze begroting. De raad ontvangt hierover een voorstel van het college.
Voor het berekenen van het tarief afvalstoffenheffing zijn alle baten en lasten, volgens een gemeentelijke standaardmethodiek, geactualiseerd. Door de verwachte stijging van de verwerkingskosten van afval, stijgen ook de inkomsten voor afvalstoffenheffing. Ons uitgangspunt is namelijk dat onze tarieven 100% kostendekkend moeten zijn. Daarbij houden we ook rekening met indirecte kosten (o.a. overhead en btw) die qua percentage zijn gekoppeld aan de hoogte van de directe kosten. De hogere kosten zorgen ervoor dat we ook meer indirecte kosten kunnen toerekenen aan afval, wat op het totale begrotingssaldo voordelen oplevert. Voor meer informatie over deze ontwikkelingen verwijzen we naar paragraaf 3.1 lokale heffingen.
- Actualisatie baten en lasten riolering
Ook het rioleringstarief is geactualiseerd. Daarbij gaan we uit van 100% kostendekkendheid. Voor meer informatie verwijzen we naar paragraaf 3.1 lokale heffingen.
- Actualisatie BUIG-inkomsten
De bijdrage Gebundelde uitkering (BUIG) blijkt lager dan verwacht. De BUIG-bijdrage wordt in de begroting van de ISD geraamd en op basis hiervan zijn de gemeentelijke inkomsten ingeschat.
- Actualisatie OZB woningeigenaren
Op basis van de stijgende WOZ-waarde is de prognose met betrekking tot de ontvangst OZB voor woningeigenaren bijgesteld.
- Actualisatie aansprakelijkheidsverzekering
Op basis van schadecijfers zijn de kosten voor de aansprakelijkheidsverzekering in de begroting verhoogd.
- Overige actualisaties
Op basis van de cijfers van de afgelopen jaren zijn de prognoses met betrekking tot de kosten van reisdocumenten, rijbewijzen, bewegingsonderwijs, schoolzwemmen en huurinkomsten basisonderwijs bijgesteld. Verder zijn de verhoging van de bijdrage aan de VNG en de hogere uitgaven voor het organiseren van verkiezingen verwerkt in de begroting 2023-2026.
- Begroting ISD
Bij de verwerking van de kadernota 2023 zijn ten onrechte alleen de lasten voor de inburgering van statushouders en beschermd wonen meegenomen. In deze begroting zijn naast de lasten nu ook de baten opgenomen. Verder zijn de SPUK middelen voor inburgering vanaf 2023 meegenomen.
- Verlaging onttrekking RIF Holland Rijnland
De bijdrage aan het Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland is verlaagd voor de jaren 2023 en 2024. In het investeringsfonds zit een opgebouwde rente die niet aan de voorkant is verdisconteerd in benodigde inleg of uitgaven. Bovendien is er een restant bedrag vanuit HOV net Zuid-Holland-Noord toegevoegd. Door deze wijzigingen mee te nemen in de begroting, kan de gemeente voor de laatste twee jaar een lager bedrag inleggen. De gemeente had in de begroting van vorig jaar rekening gehouden met de hogere inleg. De verlaging van de inleg leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve Regionaal investeringsfonds.
- Sociale kaart
In het raadsvoorstel PvA Sociale kaart (Z-21-170501) van 20 juli 2021 zijn bij de begrotingswijziging de structurele kosten ad € 38.400 van het voorstel vanaf 2023 niet geraamd, terwijl deze wel onderdeel uitmaken van het raadsbesluit. Daarom worden deze kosten alsnog administratief verwerkt in de begroting.
- Kleine aanpassingen
Het betreft een aantal kleinere administratieve wijzigingen.
Stand begroting 2023 -2026
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Stand Begroting 2023-2026 | 132 | 1.381 | 2.538 | -2.385 |
Voor 2023 is het resultaat € 132.000. positief. Het financiële meerjarenperspectief laat een oplopend positief resultaat zien voor de jaren 2024 en 2025. Voor 2026 geldt een negatief resultaat.
Stand begroting 2023-2026: Structureel evenwicht 2023-2026
Bedragen x €1.000 -=nadeel | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Stand Begroting 2023-2026 | 132 | 1.381 | 2.538 | -2.385 |
Minus incidentele uitgaven en inkomsten | -149 | -109 | 0 | 0 |
Stand Begroting 2023-2025: Structureel evenwicht 2023-2026 | 281 | 1.490 | 2.538 | -2.385 |
Door het begrotingssaldo 2023-2026 te salderen met de incidentele uitgaven en inkomsten wordt het structurele financiële meerjarenperspectief 2023-2026 berekend. Voor de incidentele uitgaven en inkomsten verwijzen we naar paragraaf 4.1.4. Het jaar 2023 is structureel en materieel in evenwicht. We voldoen hiermee aan het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten) van de provincie voor repressief toezicht (achteraf toezicht).