Participatie is niet meer weg te denken uit het openbaar bestuur. Inmiddels hebben we dan ook al veel participatie-ervaring opgedaan. Dat participatie normaal wordt gevonden, is een voorbeeld van het grote leereffect in de afgelopen jaren. Met het wetsvoorstel 'Versterking participatie op decentraal niveau' wil het kabinet de verplichte inspraakverordening verbreden tot een participatieverordening. Het kabinet beoogt met de wet niet alleen om inwoners invloed te geven op de voorbereiding van gemeentelijk beleid, maar ook op de uitvoering en evaluatie van beleid.
Wat willen we bereiken?
Doel: | Iedere inwoner mag ons uitdagen |
---|
Wat gaan we daarvoor doen?
Activiteit | Activiteitsomschrijving |
---|
A1 | We stemmen gezamenlijk verantwoordelijkheden af bij het oppakken en uitvoeren van initiatieven; hierbij spelen goed luisteren naar elkaar en gezamenlijk komen tot oplossingen een belangrijke rol. "Elke inwoner mag en kan meedenken" is onze ambitie. Dit biedt ruimte voor het aandragen van initiatieven vanuit inwoners, ondernemers en verenigingen. Deze initiatieven worden opgepakt als onderdeel van het participatieproces en worden zoveel mogelijk binnen het reguliere werk opgepakt. |
---|
Wat willen we bereiken?
Doel: | Inwoners denken vóóraf mee over beleid |
---|
Wat gaan we daarvoor doen?
Activiteit | Activiteitsomschrijving |
---|
B1 | We stemmen rollen en verantwoordelijkheden tussen college, raad, organisatie en inwoners af in het kader van participatie en we schenken hierbij specifiek aandacht aan verwachtingsmanagement. We koppelen de inhoudelijke onderbouwing van gemaakte keuzes en het doorlopen van het participatietraject terug aan initiatiefnemers. Vanuit het programma participatie wordt er verder gewerkt aan het samenstellen van een participatiebeleid. Hierin wordt beschreven hoe en wanneer inwoners kunnen meedenken bij het samenstellen van gemeentelijk beleid en hoe zij initiatieven kunnen aandragen. Samen met de raad gaan we verder aan de slag om vanuit de kracht van ieders rol en de opgave goede stappen te zetten in participatie. Binnen het participatiebeleid komt dit alles samen. Daarnaast wordt er omgevingsgericht gewerkt. In elke fase van beleidsontwikkeling zoeken wij actief naar wat inwoners belangrijk vinden. Dit doen we door de inwoners (ondernemers en organisaties) op te zoeken, te stimuleren om mee te denken en te laten weten welk effect de inbreng op het resultaat heeft gehad. Zo blijven wij aansluiten op de samenleving. |
---|
B2 | De ontwikkelopgave participatie is de afgelopen periode voor de organisatie in beeld gebracht en daarvoor is een traject uitgestippeld. Dit heeft geleid tot een programma participatie waarbinnen meerdere projecten een rol spelen. Participatie onder de Omgevingswet wordt in 2022 afgerond en geeft antwoord op de vraag wie, wanneer en op welke wijze we de omgeving moeten betrekken bij aanpassingen in de fysieke leefomgeving. Dit geldt voor zowel initiatiefnemers van buiten de gemeente, als de gemeente zelf als initiatiefnemer. Waarschijnlijk wordt de Omgevingswet begin 2023 van kracht. Dan zullen er duidelijke afspraken en tools beschikbaar zijn rondom participatie. Het project digitale participatie dat in 2021 is ingezet wordt in 2022/2023 verder uitgerold en beheerd. Sinds 2020 wordt er op het digitale vlak geëxperimenteerd met verschillende mogelijkheden om inwoners te kunnen laten participeren. Het streven is te komen tot hybride werkvormen (zowel digitaal als fysiek) zodat een zo groot mogelijke doelgroep benaderd en bevraagd kan worden. De raad wordt nauw betrokken bij deze stappen. Ook wordt er vanuit het programma participatie in 2022 en 2023 verder gewerkt aan de opstelling van een breed participatiebeleid. Het beleid bestaat uit een (bestuurlijke) visie en methodes (het hoe). In 2022/2023 zal er verder in gesprek worden gegaan met college, raad en belanghebbenden over de invulling van het participatiebeleid. |
---|
B3 | De kindergemeenteraad blijft behouden. Uitwerking 2022 (e.v.): De griffie organiseert de kindergemeenteraad conform afspraken. |
---|